Ekst van de fraterniteit. 1980

Ekst van de fraterniteit, waarschijnlijk uit 1980
Origineel ons bezorgd door een broeder van de Spaanse fraterniteit

SAMENVATTING van onze uitwisseling

Charles de Foucauld schreef in 1902 in Beni-Abbes: “Ik wil alle inwoners, christenen, moslims, joden en afgodendienaars, ertoe brengen mij te beschouwen als hun universele broeder”.
Dit beschouwen we als een essentieel element van zijn boodschap. Hoe beleven we dit? Hier volgen enkele belangrijke elementen die we uit onze uitwisseling kunnen trekken.

1) Men kan niet spreken van universaliteit zonder geworteld te zijn in een zeer concreet milieu, zoals dit ook bij Jezus van Nazareth was. De diepe ontmoeting in vriendschap met een zeer reële persoon brengt ons in gemeenschap met een heel milieu of een heel volk. Door ons zoveel leed van de armen eigen te maken, verenigen wij ons met wat universeel is in het menselijk hart. Op die manier kunnen we de universele mens gemakkelijk tegenkomen in elke situatie.

2) In onze verschillende groepen – fraterniteiten of andere – leren wij de universaliteit kennen met respect voor de verscheidenheid aan temperamenten, levenswijzen, situaties, mogelijkheden, enz. Een mens kiest niet zijn broers of zusters; op dezelfde manier moeten in een gezin de ouders de verscheidenheid van hun kinderen aanvaarden. Weten hoe te luisteren lijkt essentieel om de ander in zijn of haar oorspronkelijkheid te verwelkomen.

3) Deze aanvaarding moet, om authentiek te zijn, in waarheid en helderheid worden verdiept, zodat eenieder wordt erkend en aanvaard in wat hij is, in zijn eigen bestemming of engagement, zelfs als dit overdreven lijkt. De levensherziening in de diepte is noodzakelijk om ons te situeren ten opzichte van de gemeenschappelijke roeping van onze groep.

4) Het verlangen om ‘universaliteit’ te beleven gebeurt dikwijls in lijden omdat het misverstanden en breuken, ontmoetingen met hindernissen, spanningen en zelfs onmogelijkheden met zich meebrengt. Hoe kunnen we de rijken liefhebben als we lijden met de armen? Hoe kunnen we in een concreet geval komen tot vergeven? Evenzo wanneer we ons machteloos voelen tegenover de enorme problemen van de wereld. Dit alles dwingt ons tot het beleven van de universaliteit in hoop, gesteund door gebed. Wanneer alles ons overstijgt, is het tijd om God te vragen onze broeder te vergezellen.

5) De universaliteit is voor ons niet natuurlijk. Zij komt alleen tot ons door Christus; in Hem vinden wij de eenheid van alle mensen. In het gebed wijken de belemmeringen. De eucharistie en het offer van het lijden in vereniging met het mysterie van onze verlossing, hebben een universele uitwerking.

6) Een universele actie is onmogelijk. Maar ons hart moet universeel worden: alle mensen zijn onze naasten; onze verantwoordelijkheid gaat uit naar ieder van hen. Universeel zijn betekent niet alleen respect hebben voor de ander, de arme, de niet-christen en zelfs de moslim, maar sluit ook de nederigheid in die ons in staat stelt van anderen te leren, door hen te worden omvormd en geëvangeliseerd.

Wij worden verleid door de zelfgenoegzaamheid, die ons verhindert onze menselijke relaties te vernieuwen en door het gevoel dat wij de anderen niet altijd nodig hebben. Wij hebben de illusie te geloven dat wij universeel zijn omdat wij over veel informatie beschikken; maar intellectuele cultuur is niet genoeg; wij hebben nederigheid en realisme nodig.

De verantwoordelijken van de fraterniteiten

(Vertaling van Guido DEBONNET. Dank u!)

PDF: Ekst van de fraterniteit, 1980 nl

 

Reacties zijn gesloten.