Begrafenis van Michel PINCHON. Inleidend woord van Jean-Louis RATTIER

Op de begrafenisplechtigheid van Michel Pinchon heeft Jean-Luis Rattier in het begin van de viering een levensoverzicht gegeven van Michel, waarnaar Jean-François Berjonneau in zijn homilie ook naar verwijst.

Deze tekst volgt hier in vertaling en is een goede aanvulling om de homilie beter te begrijpen.

Michel heeft ons verlaten in zijn 92ste jaar; hij werd geboren op 15 september 1928 in Beuzeville, als zoon van Jean-Marie er Eliane.

Zijn vader was landbouwer en ook verzekeringsagent.

Jean, zijn drie jaar oudere broer, heeft een schitterende carrière gemaakt in het landbouw-syndicalisme, later in het ministerie van landbouw en uiteindelijk in de internationale handel. Een weg duidelijk verschillend van die van Michel.

Als hij over zijn kindertijd sprak, hield Michel eraan om te spreken over de affectieve banden met zijn ouders, maar ook met zijn grootmoeder en met Germaine die hij zijn ‘nannou’ noemde; het was voor hem een school van liefde, vrijheid en onafhankelijkheid; kwaliteiten die hij heel zijn leven bleef behouden.

In juni 1944 moest hij zijn baccalaureaatsexamen afleggen, maar de avond voordien werd de stad gebombardeerd; het examen zou in september plaats vinden.

Onbeslist over zijn toekomst, begint Michel letteren te studeren in Parijs; maar vrij vlug treedt hij binnen in het ‘Séminaire des carmes’; hij zegt het zelf: “Het is de persoon van Christus die hem aantrekt, veel meer dan de God der filosofen.”

In deze periode sluit hij talrijke vriendschappen met de studenten van het Institut Catholique; bij voorbeeld met Gérard Bessière die vooral gekend is om zijn predicatie en zijn studies over de evangelies; nog onlangs hoopte Michel hem te kunnen bezoeken in Cahors.

Priester gewijd in 1953, werd hij eerst leraar aan het landbouwcollege van Pont-audemer. Bij zijn start was de directeur evenwel niet op post, Michel verving hem meteen. Het zijn voor hem mooie, actieve jaren; in deze periode ontdekt hij de beweging ‘Vie nouvelle’ die hij meer dan 40 jaar zal begeleiden, vooral de equipes van Evreux en Vernon.

Lees daar eventueel over in https://fr.wikipedia.org/wiki/La_Vie_nouvelle_(association)

In 1966 wordt hij geroepen als directeur van het Klein Seminarie van Evreux; hij vormt er een hechte equipe met Jean Goujet, Paul Taoul, François Autain, François Marin en Pierre Gaudin; daarna wordt de bisschop-coadjutor Monseigneur Caillot volwaardig bisschop; Michel zal de functie van Vicaris-Generaal cumuleren met Kanselier. Hij is het die de pastoraal van het bisdom inspireert en leidt.

De komst van Monseigneur Jean Honoré is een pijnlijke episode voor Michel die niet in de bisschoppelijke equipe werd opgenomen. Michel gaat terug naar de basis; hij vindt Jean Goujet, Paul Raoul en Eugène Maignan terug in Damville en installeert zich in Gouville.

Het zijn voor Michel mooie jaren om de CRM, de Katholieke Actie in het landelijk Milieu, te stichten en te animeren. Michel begeleidt ook de religieuzen in het landelijk milieu in de groep genoemd FEDEAR; op een bepaald moment is hij aalmoezenier van de CCFD (= ons Broederlijk delen) en als hij 80 is vreest hij niet om deel te nemen aan een plaatselijke actie in Cambodja. Ik vergeet ook niet te vermelden dat hij de voortgezette vorming in het bisdom leidde, talrijke bijbelgroepen animeerde en dat hij buiten het bisdom geestelijke retraites gaf en aan verschillende sessies deelnam. Het is onmogelijk om alle groepen waarvan hij deel uitmaakte te vermelden.

Op internationaal vlak werd Michel algemeen verantwoordelijke van de priesterfraterniteiten van Charles de Foucauld die op dat ogenblik 6000 priesters telde wereldwijd; het is in dit verband dat Michel 12 jaar reisde in Europa, in Afrika, in Azië, in de V.S.A. en in Latijns Amerika; zijn paspoort is gevuld met visa van al deze landen.

Michel levert heel wat inspanning om talen te leren: Spaanse, Portugees, Italiaans, Engels en hij slaagt erin om zijn plan te trekken om retraites te volgen en soms te preken in een andere taal. Hij helpt mee aan het oprichten van fraterniteiten bij voorbeeld in Kameroen met Père Baba Simon.

Het is ook passend om de intellectuele activiteiten van Michel te vermelden; samen met Gérard Bessière en enkele dominicanen sticht hij het tijdschrift “Jésus ou cahier du Libre Avenir” en daarna het tijdschrift Jonas dat meer pastoraal was. Michel maakte deel uit van de redactieraad en zorgde voor het drukken en verspreiden. Deze tijdschriften hebben meer dan 40 jaar bestaan.

Voor Michel was het Tweede Vaticaans Concilie een grote kans voor de Kerk van de 20ste eeuw. Hij was onuitputtelijk als hij het concilie aan diverse groepen moest uitleggen.

De actie van Michel oversteeg ver het kader van de Kerk: zijn huis was een echte ontmoetingsplaats en een houvast voor sommigen: nooit heeft hij zijn deur voor iemand gesloten. Ten andere, er was zelfs geen sleutel. Michel was een man van het Voorplein (le Parvis) die allen onthaalde die zich niet op hun gemak voelden in de officiële Kerk; Michel heeft de vriendschap op een geweldige manier beleefd.

Michel was ook sterk gehecht aan zijn dorp Gouville waarvan hij alle inwoners kende; de Burgemeester, Jacques Esprit, had hem zomaar op de lijst van de gemeenteraadsleden geplaatst; Michel werd gekozen en heeft 5 of 6 mandaten volbracht.

Als we hier vanmorgen bijeen zijn, dan is het omdat we een speciale en unieke band hebben met Michel en wij willen hem danken voor alles wat hij ons heeft gebracht.

De tijd is gekomen om dit zo gevuld en evangelisch leven aan de Heer te presenteren. En we doen het in dank-zegging.

Reacties zijn gesloten.